Daring Club Leuven Atletiek vzw logo

Daring Club
Leuven Atletiek

Wedstrijdatletiek

BK Masters Ninove dag 1

Ninove, 17 juni 2017

Goud voor de mannen, Zilver voor de vrouwen
Slechts vijf Leuvense mannen, aangevuld met twee vrouwen, namen tijdens de eerste dag van het Belgisch kampioenschap voor Masters deel in Ninove. Dat was dus geen overrompelende aanwezigheid van onze 35-plussers die het een week eerder tijdens hun Beker van Vlaanderen nog prima voor elkaar kregen in Kapellen met een 4de plaats in Afdeling 2. Maar ons zevental kwam wel terug uit Oost-Vlaanderen met vier keer goud en twee keer zilver.

Jules Vandenweghe moest al vroeg aan de bak bij het kogelstoten. Voordien had onze Nestor van de Bekerploeg al te kennen gegeven dat het wel snor zat met de conditie en dat een titel wel mogelijk was. Straffe taal voor de man die zijn laatste nationale goud tijdens de indoorkampioenschappen van 2015 behaalde maar die nadien door een zeer zwaar verkeersongeval een flinke fysieke domper moest verwerken en tegen een lange revalidatie aankeek. Toch kreeg Jules het aan de kogelstand voor mekaar en gaf hij met 10m45 de gedoodverfde favorieten het nakijken ! Van een comeback gesproken. Jules nam ook nog deel aan het discuswerpen, een discipline waarop hij sedert het ongeval moest inleveren vanwege een beperkte mobiliteit van zijn schouder. Jules werd er nog 4de met 27m41, in de buurt van zijn seizoensbeste.

De tweede Leuvense titel van de dag kwam er dankzij Marc Neefs, al heeft hij aan Ninove geen al te beste herinneringen. In juni 2011 kon hij hier z’n derde nationale mastertitel op zijn naam brengen, maar vanwege een onevenwichtige reekssamenstelling schoot hij toen als winnaar van serie 2 amper… 1/100ste te kort tegen de winnaar van reeks 1. Ook nu werd er in twee series gelopen en Marc was er niks gerust in. Met reden, want ook nu waren beide reeksen niet echt volgens kwaliteit ingedeeld: de winnaar van reeks 1 soleerde naar een sterke 2’09”78. In de volgende serie raakte Marc wat verstrikt en ingesloten in het niet al te snelle tempo. Gevolg: aan de bel stonden deze mannen al twee seconden in het krijt. Toen Marc zich uit het gewoel had gewriemeld, nam hij zelf het commando in handen op 350m van het einde en schakelde twee versnellingen hoger. Ook de concurrentie bleef in het spoor, maar toen Marc zijn frequentie omschakelde naar versnelling 7, moest ook de meest volhardende volger begeven in de rechte lijn. Chrono: 2’08”82. Nipt, maar toch voldoende voor zijn 17de nationale mastertitel. Bij de M55 kwam Joris Steenput in actie en hij ging knap mee met de tenoren van zijn leeftijdscategorie. Dat resulteerde in een chrono van 2’25”44 en een 4de plaats.

Ondertussen had Friedhelm Dreckmeier – zoals het een meerkamper  past - ook al de verschillende hoeken van het Ninoofse terrein verkend. Aan zijn 100m in 13”60 hield hij een 5de plaats bij de M55 over, iets waarmee Fried niet dadelijk tevreden was. Maar zijn moment de gloire beleefde Friedhelm in de late namiddag aan de hoogspringstand. Daar klaarde hij waarempel 1m55 en dat was niet alleen goed voor de titel, het is tevens een nieuw clubrecord in deze leeftijdscategorie. Dat is liefst vier centimeter hoger dan het vorige clubrecord, dat Friedhelm twee jaar geleden al op zijn naam bracht.

De vierde titel was voor Thierry Huberland in de 3000m Steeple. Na zijn exploot vorig najaar bij het WK in Australië, waar hij brons pakte als M55-er, mocht een nieuwe nationale titel niet al te veel problemen opleveren. Op voorwaarde uiteraard dat je heelhuids balk en waterbak overleeft. Dat gebeurde ook, maar met enkele kilootjes extra, een notoire trainingsachterstand en een copieus verjaardagsdiner op vrijdagavond, mochten er geen wonderen verwacht worden. Zo volstond 12’33”86 voor Thierry om zijn vijfde mastertitel ooit binnen te halen.

De twee Leuvense vrouwen in Ninove opteerden allebei voor de 1500m. Corinne Debaets moest in de W50+ serie aan de bak en probeerde het tempo van de topfavoriete zo lang mogelijk bij te benen. Dat lukte aardig tot aan de 1000m, daarna zag ze het kloofje groter worden maar finishte toch in een seizoensbeste van 5’13”20, ruim voldoende voor het zilver. In de reeks nadien moest Mona Rahmé zelf het tempo maken om de eindsnelheid van haar voornaamste concurrente wat af te botten en op die manier haar titel bij de W35 te verdedigen. Dat lukte niet zoals verhoopt en met nog 300m te gaan kon Mona niet dadelijk antwoorden op de tempoverhoging van haar rivale. Ook hier dus een zilveren medaille met een meer dan behoorlijke eindchrono van 4’54”28 tot gevolg.
Michel