Daring Club Leuven Atletiek vzw logo

Daring Club
Leuven Atletiek

Wedstrijdatletiek

Goud voor Marijke Foto Johnny De Ceulaerde

Mona Rahmé
Foto Johnny De Ceulaerde

Mona Rahmé Foto Johnny De Ceulaerde

Leen Lauwers
Foto Johnny De Ceulaerde

Leen Lauwers Foto Johnny De Ceulaerde

Joris Steenput
Foto Johnny De Ceulaerde

Joris Steenput Foto Johnny De Ceulaerde

Tom Van Ongeval
Foto Johnny De Ceulaerde

Tom Van Ongeval Foto Johnny De Ceulaerde

Eerste mastermedaille voor Gert
Foto Johnny De Ceulaerde

Eerste mastermedaille voor Gert Foto Johnny De Ceulaerde

Marc Neefs
Foto Johnny De Ceulaerde

Marc Neefs Foto Johnny De Ceulaerde

BK Masters: Negen medailles, waaronder vijf titels

Ninove, 20 september 2020

Het afgelopen weekend mochten de nationale masters aantreden voor hun Belgisch kampioenschap. Net zoals voor de andere leeftijdscategorieën, hebben ook deze 35-plussers er geen makkelijk seizoen opzitten. Hun BK, dat aanvankelijk voorzien was in juni, werd tot tweemaal toe verschoven om uiteindelijk laat op het seizoen in Ninove te landen. Eerlijk wezen: er waren andere categorieën waarvoor het BK in 2020 helemaal afgelast werd. In die optiek troffen de masters het nog beter dan de cadetten, scholieren, juniores en beloften.

Maar een bijkomend corona-nadeel was voor de masters wel dat zij amper aan hun trekken konden komen in de micromeetings die de afgelopen maanden overal in Vlaanderen werden georganiseerd. Uitgezonderd de eigen cluborganisaties, kregen de meeste mastersaanvragen steevast een stempel van ‘afgewezen’. Het was dus vaak improviseren om toch ergens de wedstrijdconditie te peilen.

Voor deze tweedaagse aan de Dender, in zomerse omstandigheden, stonden 9 clubgenoten klaar om een gooi te doen naar een prestatie of klassement. Negen: voor een ‘grote’ club als DCLA is dat bijzonder weinig, zeker ook omdat enkele sterkhouders van ons mastersteam intussen gestopt zijn, een hele zomer niet in actie kwamen of konden komen, of, jammer maar helaas, een andere club opzochten. Dat wordt in 2021 flink zwoegen om een heel interclubteam op de been te brengen…

Toch pakte ons negental in totaal vijf keer goud, twee keer zilver en twee keer brons. En dat in het weekend van de jaarlijkse Daring-Feestdag. 20 september staat sedert 1972 immers onuitwisbaar in de DCL(A)-geheugens gegrift.

Twee 55-ers mochten zowel zaterdag als zondag op het hoogste trapje klimmen in Ninove, waar Eendracht Aalst zorgde voor een coronaveilige organisatie. Marc Neefs, pas 55 geworden, had er alles aan gedaan om toch wat wedstrijdritme in de benen te krijgen, al moest hij daarvoor veel inschrijfpogingen ondernemen en soms verre verplaatsingen maken. Met vijf wedstrijden in de benen – wat telkens een verbetering van het clubrecord opleverde – nam hij het zaterdag rustig aan in de 1500m. In een tactische koers bracht Marc zijn snelle benen op toerental om zijn onverwachte titel van vorig jaar (toen als M50) te verlengen in 4’47”55. In dezelfde koers waren ook de M50-ers aan de slag, waaronder Gert Rom. Die moest vooral zijn geduld op de proef stellen, wat bijzonder goed lukte: hij kon in de laatste rechte lijn onweerstaanbaar richting brons oprukken en mocht et 4’58”18 best tevreden zijn. Het was voor Gert een allereerste individuele medaille tijdens een Belgisch kampioenschap !

’s Morgens had Marijke Willekens zich al ruimschoots de beste getoond in de 5000m, waarbij ze onder meer W60 Ria Van Landeghem/SPBO het nakijken gaf. Gezien de warme omstandigheden, kon ook haar chrono van 20’35”09 bekoren, een half minuutje boven haar eigen clubrecord.

W40 Mona Rahmé had zich nog op de valreep ingeschreven voor de 800m en dat zal zij zich niet beklaagd hebben. Het was nog even wennen aan het snelle aanvangstempo – haar eerste 800m sedert twee jaar – maar het bracht haar wel naar 2’25”08, voldoende voor een bevredigende zilveren medaille. Eenzelfde kleur van eremetaal was voor W55 Leen Lauwers in de 200m. Met 34”09 schreef zij bovendien een eerste clubrecord in deze categorie op de tabellen. Ook voor Leen was het, gezien de covid-toestanden, al meer dan een jaar geleden dat ze nog eens op de piste kon uitpakken…

Zelfde opmerking voor M45 Tom Van Ongeval. Alle marathonvoorbereidingen na afloop van zijn geweldige Chicago-marathon vorige herfst ten spijt (2u29’15”), moest Tom zijn startbewijs voor de marathon van Londen telkens weer opnieuw opbergen vanwege ‘uitgesteld’. Alternatieven liggen niet voor de hand en daarom koos Tom toch voor de 5000m van dit BK. Vorig jaar debuteerde hij nog op de piste, met een schitterende 10.000m-titel tot gevolg, maar in de 5000m belandde hij net naast het podium. Zeker niet slecht voor een debutant en gezien de stevige oppositie van dit jaar, had Tom zijn ambitie op een top 5-plaats gezet. Het werd net iets beter, want in 16’38”26 werd hij vierde. Voor het goud was slechts 6 seconden beter nodig en de zilveren medaille werd op 16’36” uitgedeeld… Toms chrono was amper een half secondje trager dan zijn besttijd van 2019. Dat zit dus allemaal goed voor de volgende uitdagingen.

Op de tweede dag in Ninove kwamen ook onze master-sprinters in actie. M45 David Punga haspelde de 100m af in 13”66 en hield er een 6de plaats aan over. M55 Bert Torfs finishte zijn 100m na 13”86, goed voor plaats 7.
M55 Marc Neefs had zich intussen klaargemaakt voor een ‘makkelijke’ tweede titel. In de 800m was hij de topfavoriet, maar een concurrent uit Lanaken had al zijn moed samengeraapt om een furieuze eerste ronde uit zijn benen te schudden. Na een doortocht halfweg in 61” (!) had de gelegenheidshaas zichzelf overspeeld en kon Marc op zoek naar een snelle chrono, iets wat niet dadelijk in de planning stond. De klok bleef stilstaan op 2’10”23… zijn zesde clubrecord van het korte seizoen, de tweede Belgische prestatie aller tijden en amper anderhalve seconde boven het Belgisch record. M55 Joris Steenput zat in dezelfde koers en finishte als 8ste in 2’29”13. Later op de namiddag pakte Joris in 32”47 dezelfde plaats in de 200m.

W55 Leen Lauwers had te weinig competitie in de benen om ook in de baanronde haar clubrecord wat scherper te stellen. Leen liep de 400m in 77”86 en dat leverde nog brons op, haar tweede medaille van het weekend. Zo’n tweede medaille kwam er ook nog twee keer in de 1500m. Voor Marijke Willekens werd het een onbedreigde tocht naar het goud in 5’45”89, een fractie boven haar clubrecord van vorig jaar (5’39”). Daarna was het aan W40 Mona Rahmé om tegen dezelfde concurrentie als zaterdag stand te houden. Mona deed veel meer dan standhouden: zij nestelde zich comfortabel in de leidersgroep van vijf en pakte op 300m van het einde stevig uit. Haar versnelling maakte dadelijk slachtoffers en hoe de winnares van de 800m ook probeerde, het gaatje op Mona kreeg ze niet meer gedicht. In 4’58”02 deed Mona één plaatsje beter dan zaterdag en een fractie sneller dan tijdens de micromeeting van Kessel-Lo.

Met dank aan Johnny De Ceulaerde voor de foto’s
Michel J