Wedstrijdatletiek
“2024 was het beste sportieve jaar ooit voor DCLA.”
Kessel-Lo, 05 december 2024
De uitslagen van DCLA op de Belgische Kampioenschappen en in de Nationale Interclub Super League in beschouwing genomen is DCLA met vlag en wimpel de beste atletiekclub in België. Dat DCLA in 2024 ook nog 5 atleten kon afvaardigen naar de Olympische Spelen is een unieke kers op een reusachtige atletiektaart.
Sportief directeur Ivo Hendrix blikt terug op een sportief wonderjaar voor DCLA.
Welke prestaties springen bij die terugblik op 2024 het meest in het oog ?
Exact één jaar geleden lieten we hier optekenen dat 2023 het beste sportieve jaar van DCLA was sinds 1976. En dit jaar overtreffen we dat resultaat nog maar eens ! Het is onbegonnen werk om alle DCLA-prestaties op te sommen die daar toe hebben bijgedragen. Sla er de wedstrijdverslagen en de statistieken gewoon even op na, dat zegt genoeg.
De 4 x 100m vrouwen op de Nationale Interclub blijft me – geheel persoonlijk - bij als de meest deugddoende clubprestatie van dit jaar. Een geweldig kippenvelmoment toen de chrono van 46”09 op de borden verscheen. Chloë Porton, Lore Boonen, Phaedra Dirix en Noor Koekelkoren verpulverden een 36 jaar oud DCLA clubrecord met bijna anderhalve seconde en zetten de 6° Belgische prestatie aller tijden voor clubteams neer. En dit met een zeer jong team zonder individuele Rockets. Veel bewondering ook voor de steile opgang van Kobe Hermans, Elias Sleeckx en Lode Van Tente in de voorbije twee jaar. Zij ontpoppen zich tot de nieuwe sterkhouders van het afstandslopen bij onze mannen.
Deze voorbeelden tonen aan hoe de Nationale Interclub opnieuw de vooraanstaande en inspirerende plaats in onze clubwerking heeft ingenomen die ze verdient. De nieuwe formule met gemengde teams van mannen en vrouwen heeft zeker ook tot die grotere beleving en samenhorigheid bijgedragen.
Kan DCLA ooit deze Nationale Interclub winnen ?
We waren de voorbije twee jaar telkens dicht bij winst. Met het ideale team waarin iedereen op zijn/haar best presteert, had winst zeker gekund. Door omstandigheden konden we die momenten niet grijpen. In atletiek is een jaar soms een eeuwigheid. Vorig jaar haakten o.a. Stijn Baeten, Dries Basemans en Jill Emmerzaal af, dit jaar konden we niet meer rekenen op John Heymans, Mirte Fannes en Benedikt Tchimou. En nu wuiven we Hanne Claes, Marie Fickers en Florence Amon uit. John ruilde om contractuele redenen en tegen zijn gevoel het roodwitte shirt in en leverde zijn nieuwe club Excelsior de broodnodige 24 punten om ons in die titelstrijd vóór te blijven. Soms is er gewoon wat meeval nodig om zo’n titel te winnen.
DCLA kan en wil die titel ook niet kopen via een gericht transferbeleid, zoals onze concurrenten wel doen. DCLA behaalt zijn Interclub-successen vrijwel uitsluitend met atleten die uit de eigen jeugdwerking komen en dat blijft onze beleidslijn. Daarom is het zo belangrijk en hartverwarmend dat DCLA in 2024 op overtuigende wijze winst pakte in de Beker van Vlaanderen voor cadetten en scholieren. De piramide van onze wedstrijdsport heeft een brede basis. Ons Interclubteam telde dit jaar al 14 atleten van 19 jaar en jonger, laat dat een wissel op de toekomst zijn. We moeten onszelf elke jaar opnieuw sportief heruitvinden en bewijzen.
Internationaal sprongen de vijf Olympiërs van DCLA er uit. Dat is geen alledaagse prestatie.
Ja, maar ik geef eerst nog even mee dat DCLA op het BK Alle Categorieën - naast de Interclub onze belangrijkste sportieve doelstelling - maar liefst 6 keer goud, 4 keer zilver en 3 keer brons won. Dat is een recordoogst in onze clubgeschiedenis en daarmee kroont DCLA zich dit jaar als de absolute topclub in onze nationale atletiek.
Dat DCLA 5 Olympiërs naar Parijs kon afvaardigen is een buitengewone prestatie waar de vele buitenlandse topatleten die ons jaarlijks bezoeken met veel bewondering naar opkijken. Ben Broeders, Hanne Claes, Pieter Sisk, John Heymans en Elie Bacari komen bovendien allen uit onze eigen opleiding en daar mogen we ontzettend trots op zijn. Elien Vekemans en Nina Hespel zaten trouwens lang op koers voor een Olympische selectie, maar kregen ultiem spijtige tegenslagen te verwerken.
We draaien dit jaar een bladzijde uit onze geschiedenis om. John Heymans liep over 5000m sneller dan het wereldrecord dat van 1972 tot 1977 op naam van Miel Puttemans stond. En Pieter Sisk liep sneller dan het wereldrecord van de 800m dat in de Olympische finale van 1976 werd gevestigd en waarin Ivo Van Damme zilver won. We kijken nog altijd met veel respect naar dat magische tijdperk uit ons verleden, maar we treden nu wel definitief uit de schaduw van die succesvolle generatie van een halve eeuw terug. Qua symboliek kan dat tellen.
Mogen we opnieuw spreken van een uitzonderlijke generatie van DCLA-atleten ?
Jazeker, want naast die 5 Olympiërs selecteerde Elien Vekemans zich voor de Europese Kampioenschappen in Rome en verbeterde ze het Belgisch Record in het polsstokspringen. Guillaume Grimard won met Team Belgium het landenklassement op het EK Veldlopen. Dai Keïta en Noor Koekelkoren deden het uitstekend op het WK Juniors in Lima. Lorenzo Nys plaatste zich dank zij de tweede beste Europese jaarprestatie voor het EK Scholieren. Louis Smeets en Niels Vandezande bestormen de nationale ranglijsten aller tijden in hun discipline. 9 DCLA-clubrecords in Olympische disciplines werden dit jaar verbeterd. Enzovoort. Ja, dit is een uitzonderlijke generatie.
Natuurlijk dwingen al die topatleten hun succes vooral af dank zij hun individuele talent, inzet en wilskracht. Maar de werking en de samenwerking die we met z’n allen in het voorbije decennium op de rails hebben gezet heeft daar met zekerheid ook een stempel op gedrukt. Iedereen die aan de wedstrijdatletiek deelneemt is bij dit succes betrokken. DCLA is meer dan de som van individuele atleten.
Welke evolutie heeft de clubwerking dan doorgemaakt ?
DCLA heeft in de voorbij periode zijn eigen clubwerking overstegen. We hebben ons verankerd als een cruciale pijler in de ambities van Stad Leuven om zich als “sportstad” te profileren. Met de jaarlijkse Meeting voor Mon, het Polsstokgala en de Corrida zet DCLA onze stad mooi in de etalage. Zet daar onze buitengewone sportieve successen naast, dan is DCLA zodoende een zeer gewaardeerde partner in de citymarketing van Stad Leuven.
In Leuven en in de deelgemeenten spot ik dagelijks jongeren met een DCLA T-shirt of met een DCLA-rugzak. Dat we als club zelfs al street credibility hebben overtreft de stoutste verwachtingen. Dat bewijst hoe belangrijk onze jeugdwerking, de onderste laag van de piramide van de wedstrijdsport, wel is. In die werking nemen beleving, verbinding en samenhorigheid een vooraanstaande plaats in. Die vormen een stevig fundament voor de latere specifieke sportieve ontwikkeling van onze jeugd. Dat de vraag om aansluiting bij onze jeugdwerking groter is dan het aanbod dat we momenteel kunnen bieden bewijst de diepere intrinsieke waarde van die werking. DCLA is niet zomaar een atletiekclub, we zijn een opvoedkundig project.
In 1958 kwam een fusie tot stand tussen DCLA en de toenmalige Universitaire Atletiekclub UCLA. Hoe verloopt de samenwerking met KU Leuven nu ?
DCLA doet blijvende inspanningen voor nog meer en voor nog betere structurele samenwerking met KU Leuven. Die banden zijn zeer hecht. Sinds de inhuldiging in 2015 van de Indoor Atletiekhal is de site van het Universitair Sportcentrum verder uitgebreid en gemoderniseerd. Het nieuwe Univ-Fit complex met geïntegreerd Sportmedisch Adviescentrum, de Bakala Academy en de verschillende onderzoekscentra van FABER boden DCLA-atleten de gelegenheid om de kwaliteit van hun sportieve en medisch-wetenschappelijke programma’s op te waarderen. Meer dan 70 DCLA-atleten beschikken over een individuele sportkaart en atletiekkaart, DCLA stelt sinds kort de Indoorhal ook op vrijdagavond ter beschikking van de clubtrainingen. Omgekeerd verwelkomen wij studenten en buitenlandse atleten op de terreinen in Kessel-Lo.
De toenemende belangstelling van buitenlandse topatleten voor Leuven als een “Centre of Excellence” en ideale stageplaats voor de atletiek is trouwens een zichtbaar resultaat van al deze ontwikkelingen. In onze rol als institutionele partner voor de ondersteuning van de universitaire atletiek en van die internationale dimensie legt DCLA een bijkomende laag bovenop de reguliere clubwerking.
Komt dit het geheel van de clubwerking ten goede ?
Onmiskenbaar zinderen deze ontwikkelingen door in alle geledingen van de club. Zo blijf ik me verwonderen over de aanstekelijke vibe die heerst bij de Brokkenlopers. Opgestart als recreanten, maar uitgegroeid tot een vriendengroep waarin ook sportieve topprestaties worden behaald, jaar na jaar. Ook de G-atletiek en de masterswerking hebben de wind in de zeilen.
Dit najaar sloot Victoria Warpy aan bij DCLA. Het behalen van brons op het BK Veldlopen en bijbehorende EK-selectie lokte bij haar deze spontane reactie uit: “Lopen in het shirt van DCLA heeft me vleugels gegeven.” Beter kan ik heel dit verhaal niet illustreren.
Elke atleet en elk clublid kan voor zichzelf doelen stellen en nastreven, daarom is de atletiek de mooiste sport ter wereld. En DCLA biedt iedereen, met alle aspiratieniveaus, de mogelijkheden om die waar te maken. De sportieve directie en de bestuurders van DCLA schatten alle clubleden met al hun uiteenlopende aspiraties evenveel naar waarde.
Exact één jaar geleden lieten we hier optekenen dat 2023 het beste sportieve jaar van DCLA was sinds 1976. En dit jaar overtreffen we dat resultaat nog maar eens ! Het is onbegonnen werk om alle DCLA-prestaties op te sommen die daar toe hebben bijgedragen. Sla er de wedstrijdverslagen en de statistieken gewoon even op na, dat zegt genoeg.
De 4 x 100m vrouwen op de Nationale Interclub blijft me – geheel persoonlijk - bij als de meest deugddoende clubprestatie van dit jaar. Een geweldig kippenvelmoment toen de chrono van 46”09 op de borden verscheen. Chloë Porton, Lore Boonen, Phaedra Dirix en Noor Koekelkoren verpulverden een 36 jaar oud DCLA clubrecord met bijna anderhalve seconde en zetten de 6° Belgische prestatie aller tijden voor clubteams neer. En dit met een zeer jong team zonder individuele Rockets. Veel bewondering ook voor de steile opgang van Kobe Hermans, Elias Sleeckx en Lode Van Tente in de voorbije twee jaar. Zij ontpoppen zich tot de nieuwe sterkhouders van het afstandslopen bij onze mannen.
Deze voorbeelden tonen aan hoe de Nationale Interclub opnieuw de vooraanstaande en inspirerende plaats in onze clubwerking heeft ingenomen die ze verdient. De nieuwe formule met gemengde teams van mannen en vrouwen heeft zeker ook tot die grotere beleving en samenhorigheid bijgedragen.
Kan DCLA ooit deze Nationale Interclub winnen ?
We waren de voorbije twee jaar telkens dicht bij winst. Met het ideale team waarin iedereen op zijn/haar best presteert, had winst zeker gekund. Door omstandigheden konden we die momenten niet grijpen. In atletiek is een jaar soms een eeuwigheid. Vorig jaar haakten o.a. Stijn Baeten, Dries Basemans en Jill Emmerzaal af, dit jaar konden we niet meer rekenen op John Heymans, Mirte Fannes en Benedikt Tchimou. En nu wuiven we Hanne Claes, Marie Fickers en Florence Amon uit. John ruilde om contractuele redenen en tegen zijn gevoel het roodwitte shirt in en leverde zijn nieuwe club Excelsior de broodnodige 24 punten om ons in die titelstrijd vóór te blijven. Soms is er gewoon wat meeval nodig om zo’n titel te winnen.
DCLA kan en wil die titel ook niet kopen via een gericht transferbeleid, zoals onze concurrenten wel doen. DCLA behaalt zijn Interclub-successen vrijwel uitsluitend met atleten die uit de eigen jeugdwerking komen en dat blijft onze beleidslijn. Daarom is het zo belangrijk en hartverwarmend dat DCLA in 2024 op overtuigende wijze winst pakte in de Beker van Vlaanderen voor cadetten en scholieren. De piramide van onze wedstrijdsport heeft een brede basis. Ons Interclubteam telde dit jaar al 14 atleten van 19 jaar en jonger, laat dat een wissel op de toekomst zijn. We moeten onszelf elke jaar opnieuw sportief heruitvinden en bewijzen.
Internationaal sprongen de vijf Olympiërs van DCLA er uit. Dat is geen alledaagse prestatie.
Ja, maar ik geef eerst nog even mee dat DCLA op het BK Alle Categorieën - naast de Interclub onze belangrijkste sportieve doelstelling - maar liefst 6 keer goud, 4 keer zilver en 3 keer brons won. Dat is een recordoogst in onze clubgeschiedenis en daarmee kroont DCLA zich dit jaar als de absolute topclub in onze nationale atletiek.
Dat DCLA 5 Olympiërs naar Parijs kon afvaardigen is een buitengewone prestatie waar de vele buitenlandse topatleten die ons jaarlijks bezoeken met veel bewondering naar opkijken. Ben Broeders, Hanne Claes, Pieter Sisk, John Heymans en Elie Bacari komen bovendien allen uit onze eigen opleiding en daar mogen we ontzettend trots op zijn. Elien Vekemans en Nina Hespel zaten trouwens lang op koers voor een Olympische selectie, maar kregen ultiem spijtige tegenslagen te verwerken.
We draaien dit jaar een bladzijde uit onze geschiedenis om. John Heymans liep over 5000m sneller dan het wereldrecord dat van 1972 tot 1977 op naam van Miel Puttemans stond. En Pieter Sisk liep sneller dan het wereldrecord van de 800m dat in de Olympische finale van 1976 werd gevestigd en waarin Ivo Van Damme zilver won. We kijken nog altijd met veel respect naar dat magische tijdperk uit ons verleden, maar we treden nu wel definitief uit de schaduw van die succesvolle generatie van een halve eeuw terug. Qua symboliek kan dat tellen.
Mogen we opnieuw spreken van een uitzonderlijke generatie van DCLA-atleten ?
Jazeker, want naast die 5 Olympiërs selecteerde Elien Vekemans zich voor de Europese Kampioenschappen in Rome en verbeterde ze het Belgisch Record in het polsstokspringen. Guillaume Grimard won met Team Belgium het landenklassement op het EK Veldlopen. Dai Keïta en Noor Koekelkoren deden het uitstekend op het WK Juniors in Lima. Lorenzo Nys plaatste zich dank zij de tweede beste Europese jaarprestatie voor het EK Scholieren. Louis Smeets en Niels Vandezande bestormen de nationale ranglijsten aller tijden in hun discipline. 9 DCLA-clubrecords in Olympische disciplines werden dit jaar verbeterd. Enzovoort. Ja, dit is een uitzonderlijke generatie.
Natuurlijk dwingen al die topatleten hun succes vooral af dank zij hun individuele talent, inzet en wilskracht. Maar de werking en de samenwerking die we met z’n allen in het voorbije decennium op de rails hebben gezet heeft daar met zekerheid ook een stempel op gedrukt. Iedereen die aan de wedstrijdatletiek deelneemt is bij dit succes betrokken. DCLA is meer dan de som van individuele atleten.
Welke evolutie heeft de clubwerking dan doorgemaakt ?
DCLA heeft in de voorbij periode zijn eigen clubwerking overstegen. We hebben ons verankerd als een cruciale pijler in de ambities van Stad Leuven om zich als “sportstad” te profileren. Met de jaarlijkse Meeting voor Mon, het Polsstokgala en de Corrida zet DCLA onze stad mooi in de etalage. Zet daar onze buitengewone sportieve successen naast, dan is DCLA zodoende een zeer gewaardeerde partner in de citymarketing van Stad Leuven.
In Leuven en in de deelgemeenten spot ik dagelijks jongeren met een DCLA T-shirt of met een DCLA-rugzak. Dat we als club zelfs al street credibility hebben overtreft de stoutste verwachtingen. Dat bewijst hoe belangrijk onze jeugdwerking, de onderste laag van de piramide van de wedstrijdsport, wel is. In die werking nemen beleving, verbinding en samenhorigheid een vooraanstaande plaats in. Die vormen een stevig fundament voor de latere specifieke sportieve ontwikkeling van onze jeugd. Dat de vraag om aansluiting bij onze jeugdwerking groter is dan het aanbod dat we momenteel kunnen bieden bewijst de diepere intrinsieke waarde van die werking. DCLA is niet zomaar een atletiekclub, we zijn een opvoedkundig project.
In 1958 kwam een fusie tot stand tussen DCLA en de toenmalige Universitaire Atletiekclub UCLA. Hoe verloopt de samenwerking met KU Leuven nu ?
DCLA doet blijvende inspanningen voor nog meer en voor nog betere structurele samenwerking met KU Leuven. Die banden zijn zeer hecht. Sinds de inhuldiging in 2015 van de Indoor Atletiekhal is de site van het Universitair Sportcentrum verder uitgebreid en gemoderniseerd. Het nieuwe Univ-Fit complex met geïntegreerd Sportmedisch Adviescentrum, de Bakala Academy en de verschillende onderzoekscentra van FABER boden DCLA-atleten de gelegenheid om de kwaliteit van hun sportieve en medisch-wetenschappelijke programma’s op te waarderen. Meer dan 70 DCLA-atleten beschikken over een individuele sportkaart en atletiekkaart, DCLA stelt sinds kort de Indoorhal ook op vrijdagavond ter beschikking van de clubtrainingen. Omgekeerd verwelkomen wij studenten en buitenlandse atleten op de terreinen in Kessel-Lo.
De toenemende belangstelling van buitenlandse topatleten voor Leuven als een “Centre of Excellence” en ideale stageplaats voor de atletiek is trouwens een zichtbaar resultaat van al deze ontwikkelingen. In onze rol als institutionele partner voor de ondersteuning van de universitaire atletiek en van die internationale dimensie legt DCLA een bijkomende laag bovenop de reguliere clubwerking.
Komt dit het geheel van de clubwerking ten goede ?
Onmiskenbaar zinderen deze ontwikkelingen door in alle geledingen van de club. Zo blijf ik me verwonderen over de aanstekelijke vibe die heerst bij de Brokkenlopers. Opgestart als recreanten, maar uitgegroeid tot een vriendengroep waarin ook sportieve topprestaties worden behaald, jaar na jaar. Ook de G-atletiek en de masterswerking hebben de wind in de zeilen.
Dit najaar sloot Victoria Warpy aan bij DCLA. Het behalen van brons op het BK Veldlopen en bijbehorende EK-selectie lokte bij haar deze spontane reactie uit: “Lopen in het shirt van DCLA heeft me vleugels gegeven.” Beter kan ik heel dit verhaal niet illustreren.
Elke atleet en elk clublid kan voor zichzelf doelen stellen en nastreven, daarom is de atletiek de mooiste sport ter wereld. En DCLA biedt iedereen, met alle aspiratieniveaus, de mogelijkheden om die waar te maken. De sportieve directie en de bestuurders van DCLA schatten alle clubleden met al hun uiteenlopende aspiraties evenveel naar waarde.
DCLA